Citaat
Elk levend organisme is tegelijkertijd een fossiel. Het draagt tot in de microscopische structuur van zijn proteïnen, de sporen, zoniet de stigma’s van zijn voorouders.
Jacques Monod: Toeval en onvermijdelijkheid
The poetry of Science
Twee uitblinkende wetenschappers van vandaag, Richard Dawkins (evolutiebioloog) en Neil deGrasse Tyson (astrofysicus), praten over de schoonheid van de wetenschap. Dit gesprek werd opgenomen aan de Howard University van Washington DC, 28 september 2010. Deze conversatie is zo ontspannen dat ze zo plaats gehad zou kunnen hebben voor een haardvuur, ook zonder publiek. Over waarom de wetenschap niet alleen een optie is, maar de enige werkelijkheid is die we bezitten. Het filmpje duurt ongeveer een uur, daarna zijn er vragen van het publiek.
Klik hier om het op Youtube te zien
My Tweets
- RT @gunsnrosesgirl3: Hair rising up as a precursor to lightning Negative ions from a cloud reach down before a lightning strike, in resp… 1 week ago
- RT @BartAafjes68: It’s A Dutch thing, don’t ask ;) https://t.co/uJaWjrvYXY 1 week ago
- Wopke Hoekstra for President! Over stikstof & spanning tussen de provincie en landelijk bestuur | Wopk...… twitter.com/i/web/status/1… 1 week ago
- Fijn om te weten. Kunnen we wat rustiger slapen twitter.com/HoeyberghsJeff… 1 week ago
- Wil je vlees en zuivel duurder maken, betaal de veehouder dan meer zodat hij de dieren een beter leven kan geven twitter.com/janrotmans/sta… 1 week ago
- RT @aeonmag: The French American pianist and recent Sophia Club New York artist @tepferdan finds an intersection between music and computer… 1 week ago
- Van @j_vollenbroek 's drijfveren en de gevolgen voor de boeren. Een geschiedenis door @KarlMathiesen twitter.com/POLITICOEurope… 1 week ago
Meest recente berichten
Archief
Laatste reacties
Populaire berichten & pagina’s
Categorieën
Tags
aarde antivries atp bacterie bacterien bijen bijensterfte biodiversiteit biofysica biologie black smokers bloemen carl zimmer co2 cognitie convergentie cyanobacteriën darwin DNA ecosysteem eiwit eiwitten embryo ENCODE epigenetica erfelijkheid eukaryoten evolutie evolutietheorie foto fotografie genduplicatie genoom geslachtscellen hemoglobine hydrothermale bronnen italie jumping genes junk-dna klimaat klimaatverandering koraal koraalriffen koralen kunst kwantumbiologie LUCA methylatie mutatie muziek natuurlijke selectie nick lane nucleotiden oorsprong van leven padua planten plastic pluripotente stamcellen prokaryoten protoeukaryoten RNA rna-wereld selectie symbiose transcriptie translatie transposons vakantie venetie virus vkblog wetenschap zandraket zon zuurstofBlogs I follow
Sites die ik volg
- Klimaatverandering
- Footnotes to Plato
- Zwervende gedachten
- mjusicamanti.wordpress.com/
- aandacht voor de musicus
- SangueVivo
- Microplastics
- Teaching Biology
- Scientia Salon
- Infinite forme bellissime e meravigliose
- Meneer Opinie
- The Cambrian Mammal
- Why Evolution Is True
- Evolution blog
- The Finch and Pea
- voelsprieten
- kuifjesimon
- The Amazing Comics Men
- Barbara Jansma
- Glaswerk
Blogroll
- 100_woorden
- Aad Verbaast
- Antoinette Duijsters
- Barbara Jansma
- blutch
- Discuss
- Gerdien de Jong
- Gert Korthof
- Get Inspired
- Get Polling
- Get Support
- Glaswerk
- kuifjesimon
- Learn WordPress.com
- Leonardo's blog: not a single footnote to plato
- Marnix Medema
- Meneer Opinie
- Ramirezi
- Rokus2000 (rondetijd)
- Sterrenstof
- Terrence
- Tsjok evodisku
- Tsjok45
- WordPress Planet
- WordPress.com News
Raadselachtig: ik ken géén bespreking van het boek van Koonin (2011) door collega wetenschappers. Ook is er geen review in Nature of Science verschenen! Het boek is belangrijk genoeg en Koonin heeft een onberispelijke status in zijn vakgebied. Daardoor weet ik gewoon niet wat collega onderzoekers over zijn threshold voor een rna wereld vinden. Afwachten maar. Lane’s artikel waar je naar linkt is van 2010 en zegt dus niets over Koonin’s threshold. Als iemand een review ziet dan hoor ik het graag.
Marleen,
Het heeft iets moois om enerzijds te kijken naar wat op de kubieke milimeter gebeurt met moleculaire processen en anderzijds, al is het op achterkant van een envelop, uit te gaan rekenen of het heelal wel groot genoeg is. Wat dat laatste betreft had Koonin zich de moeite misschien kunnen besparen omdat hij één van de zaken die hij in zijn schatting meeneemt in mijn ogen fout kiest. Hij beperkt zich tot het voor ons zichtbare heelal terwijl dat een onbenoembare fractie is van het echte heelal dat immers oneindig groot is. Zo groot dus dat op het oog extreem zeldzame gebeurtenissen wel gedoemd zijn een keer op te treden.
Als zo’n ontwikkeling leidt tot een levensvorm die zich kan gaan afvragen hoe het allemaal zo gekomen is moet die levensvorm natuurlijk wel zorgvuldig in de gaten houden of zijn aannames wel kloppen. ‘Many worlds in one’ lijken me een overbodige luxe in een heelal waar geen eind aan komt.
Gert,
Voor de duidelijkheid, mijn berichtje pretendeert niet een review of iets dergelijks te zijn. Het ging mij vooral om de tegenstelling tussen Nick Lane die het ontstaan van leven onder bepaalde voorwaarden bijna als iets noodzakelijks ziet en Koonin die het ontstaan van leven als iets onwaarschijnlijks ziet.
Ik betwijfel of er ooit nog eens een uitgebreide review van zijn boek zal komen. Meestal zijn de wetenschapsjournalisten daar vrij snel mee. We moeten het voorlopig zonder doen.
Koonin citeert vaak Michael Russell, die bij de Journal of Cosmology een editor is. Zowel Lane als DiMauro publiceren in dit journal. Zij publiceren op hun beurt ook weer met Martin, waar Koonin ook mee publiceert. Het is blijkbaar een club wetenschappers die zich bezighoudt met de ‘origin of life’. Het is dan opvallend dat er zulke uiteenlopende visies zijn en dat is inderdaad raadselachtig. Ik denk niet dat Lane zijn mening wat betreft het ontstaan van leven en de kans daarop in de tussentijd veranderd heeft, ook al is zoiets natuurlijk altijd mogelijk.
Wat mij bezighoudt is de microporie in de hydrothermal vent, waarin zich allerlei moleculen ophopen. Het gaat om zeer uiteenlopende mineralen (die nu nog steeds het hart vormen van bepaalde enzymen), om aminozuren en om nuceotiden. Je zou eraan kunnen twijfelen of er wel een RNA-wereld bestond en of er niet één grote mengeling aan primordiale macromoleculen bestond zoals proteinen, RNA en lipiden, en dat allemaal tegelijkertijd ! De RNA-wereld zou in dat geval een abstract model zijn dat verder weinig met de mogelijke realiteit van toen te maken heeft.
gert
inderdaad. Ik kan het alleen maar bevestigen en ik zie toch ook nog wel eens wat langskomen. Vreemd.
Altijd gedacht dat Koonin serieus werd genomen, maar dit lijkt een ernstig geval van ´neglect´!
marleen,
fraai geformuleerd: ´het idee dat de grootte van het universum aangepast moet worden aan het resultaat van deze berekeningen ´
Met een dobbelsteen van kosmische proporties heb je natuurlijk altijd wel een keer prijs, tenminste als dat niet verboden wordt door natuurwetten uiteraard!
Enfin, een hele geruststelling: ons ontstaan is in ieder geval niet in strijd met de zwaartekracht 🙂
Rob,
Ik ben het helemaal met je eens. Zelf vond ik die tegenstellling tussen Lane’s microporien en Koonins’ MWO’s ook erg frappant. MWO lijkt ook mij een vreemde aanname. Het komt enigszins geforceerd over.
Ik begrijp dat de berekening van Koonin een poging is om wetenschappelijk en dus middels getallen aan te geven wat de kans op het ontstaan van leven is, waarbij de vorming van RNA als treshold genomen wordt. Het is misschien de eerste serieuze poging. De enige parameter die onbekend is in zijn berekeningen, namelijk de snelheid van synthese van RNA-polymeren, wordt vastgesteld op 1 molecuul / cm3 / seconde. Nog een aanname waarvan we niet weten waar deze op gestoeld is. Koonin mag het weten…
Misschien heeft hij duidelijke redenen voor deze synthese-snelheid die hij wellicht in zijn referenties geeft. De synthese kan vele malen hoger liggen als men de katalyserende werking van bepaalde mineralen meetelt. Het is wel waarschijnlijk dat de snelheid niet zoveel zal toenemen dat de kans op het ontstaan van RNA-polymeren drastisch verandert.
Harry,
Een ernstig geval van neglect zeg je. Dat zou wel eens heel goed kunnen. Hoewel de meeste auteurs van het clubje verschillende keren in Nature publiceerden zou het feit dat zijzelf en enkele collega’s ook in de Journal of Cosmology publiceren wel eens negatief beoordeeld kunnen worden.
http://journalofcosmology.com/Contents.html
Als je de schreeuwerige pagina bekijkt met de meest uiteenlopende pseudowetenschappelijke onderwerpen vraag je je af wat Lane en Ernesto DiMauro daar doen. Ook Martin heeft daar gepubliceerd. Iemand met wie Koonin vaak gepubliceerd heeft.
Ik hou me vast aan Nick Lane die geen probleem ziet voor het ontstaan van leven op elke planeet die rotsen en water heeft. Zo is het voor de bioloog (en vele andere wetenschappers) leuk om te blijven puzzelen over hoe het allemaal precies gegaan is. De kansberekening van Koonin voelde toch aan als een soort domper.
marleen
bedankt voor de link
ik zie daar zo gauw toch wel een paar serieuze namen.
ik denk dat ik dan toch maar maar astro theologie ga studeren!